1: | Doe in een pan;
- de visbouillon, ui, selderij, laurier, witte wijn, wortel en de
saffraan. |
2: | Breng dit
aan de kook, en laat het
30 minuten zachtjes trekken. |
3: |
Passeer de bouillon. |
Passeren is een vloeistof door een zeef halen of vergiet dan wel met doek of zonder doek. Om alle grovere stukken eruit halen om zo een egale vloeistof over te houden.
[Sluiten]
|
|
4: |
De slagroom toevoegen, en de bouillon opnieuw tegen de kook aanbrengen. |
5: | Roer met de garde de rouxkorrels erdoor.
Blijf daarna met de spatel roeren tot de soep dikker wordt. |
7: | De soep op laag
vuur verder laten garen.. |
8: | Proef of de soep
lekker op smaak is. |
9: |
Snijd de vis en
julienne. En laat deze 2 minuten gaar
worden in de soep. |
Met Julienne worden vierkante reepjes of staafjes van 1-3 mm dik en 3-4 cm lang bedoeld. Denk aan een lucifer.
[Sluiten]
|
|
10: | Serveer de soep
afgestrooid met het bieslook. |