1: |
Snijd de knolselderij in
julienne |
Met Julienne worden vierkante reepjes of staafjes van 1-3 mm dik en 3-4 cm lang bedoeld. Denk aan een lucifer.
[Sluiten]
|
|
2: |
Blancheer
de knolselderij |
Blancheren is het "beetgaar" koken van de knolselderij. De knolseldrij behoudt zijn "bite"
[Sluiten]
|
|
3: |
Doe de knolselderij na het blancheren in de
zeef en spoel hem goed koud. |
4: |
Laat de knolselderij goed uitlekken |
5: |
Schil de appel
en snijd deze in
julienne |
Met Julienne worden vierkante reepjes of staafjes van 1-3 mm dik en 3-4 cm lang bedoeld. Denk aan een lucifer.
[Sluiten]
|
|
6: |
Vermeng de appel met de
citroensap |
7: |
Voeg de knolselderij bij de appel. |
8: |
Spatel samen met de mayonaise de knolselderij
en appel door elkaar. |
9: |
Breng de salade op smaak met peper en zout. |
10: |
Voeg de walnoten vlak voor het opdienen toe. |
11: |
Maak de salade naar eigen inzicht op. |